Stressen in de vakantie

Zelfs met de computer blijft het schoolrooster een stevige hoofdbreker

Niet iedere leraar heeft lol van zijn vakantie. Op de middelbare school moeten de roosters in elkaar worden gedraaid: de ene leerling wil naar Frans en Duits, de ander naar Engels en natuurkunde. De leraar wil pas later op de dag lesgeven en moet op vrijdag zwemmen.

Ook in midden-Nederland is het nieuwe schooljaar inmiddels van start gegaan. Voor de roostermakers was dat vroeger een spannend moment. Na wekenlang puzzelen moest blijken of ze nu werkelijk een foutloos rooster hadden gemaakt dat hopelijk weinig reden tot onvrede gaf. Met de komst van de computer, behoren fouten echter tot het verleden. De spanning is er een beetje af, hoewel de moderne apparaten nog niet in staat zijn iedereen tevreden te stellen; op dat terrein is er voor de echte roostermakers nog veel eer te behalen.

Vooral parttimers en docenten die op verschillende scholen werken, hebben een uitgebreide en vaak lastige wensenlijst. Er zijn dagen en uren waarop ze per se niet kunnen, en er is een breed schemergebied van tijdstippen waarop ze 'liever niet willen'. Het aantal lesuren in een schoolrooster is echter beperkt, zeker als er weinig tussenuren en late lessen mogen voorkomen. Om de puzzel rond te krijgen moeten de roostermakers daarom lastige afwegingen maken.
De alleenstaande ouder die zijn kind naar school wil brengen en weer op wil halen, moet alle eerste uren vrij hebben, wil vroeg weer klaar zijn en liefst de woensdagmiddag thuis kunnen zijn. Deeltijdwerkers willen doorgaans de dagen rond het weekend vrijhouden; ze komen liever twee dan drie dagen naar school, en hopen dat de sectievergaderingen op diezelfde dagen zijn in te passen. En hoe belangrijk is de sportvereniging, de wekelijkse cursus, het uurtje therapeutisch zwemmen, of de wens liever niet voor een bepaalde klas te staan?

E. Schmal, conrector op het Stedelijk Gymnasium in Utrecht, maakt er een sport van. 'Ik ken de mensen hier goed, en probeer met alle individuele wensen rekening te houden. Het is leuk om met wat gepuzzel iedereen tevreden te stellen, en op die manier een positieve bijdrage te leveren aan het schoolklimaat.'
Achter de computer laat hij zien dat het maken van de roosters voor hem uiteindelijk nog steeds handwerk is. 'Het programma Perspectief dat wij hier gebruiken, lijkt erg op de roosterborden van vroeger. Ik moet een handvol lessen over de tabel verspreiden, zodanig dat er geen conflicten ontstaan. Een klas kan niet op twee plaatsen tegelijk zijn, een docent evenmin. Prettig is dat de computer nu voorkomt dat ik dat soort fouten maak. Toch stel ik zelf de prioriteiten als het op de verlangens van docenten aankomt. Ik ken het verhaal achter al die wensen, de computer niet.'

Het was nota bene een van de makers van deze roostersoftware, W. Keller, die ooit zei dat de computer eigenlijk niet kan roosteren. 'Ja, de eerste 95 procent, die kan je nu met de ogen dicht laten indelen', legt hij uit. 'Maar voor het gepuzzel met die laatste lessen, zijn de afwegingen vaak veel te subjectief.'
Toch klinkt de roep om software die alles wel degelijk volautomatisch doet, volgens hem steeds luider. 'Begin jaren tachtig, toen computerondersteuning in zwang begon te raken, ontleenden de roostermakers nog een zekere status aan hun bijzondere werk. Het waren bevlogen mensen met een hoog analytisch vermogen. Die magie is er een beetje af. Er komen steeds meer roostermakers tegen wil en dank; die zien het roosteren gewoon als vak, en willen zoveel mogelijk gepuzzel aan de computer uitbesteden.'

Op het College Blaucapel in Utrecht, werkt conrector A. Van Os, met zo'n volautomatisch programma. Na wat rekenwerk spuugt 'Untis' een aantal mogelijke roosters uit, en geeft daarbij aan welke wensen niet gehonoreerd konden worden. Het werkt fraai en snel, maar Van Os weet voorbeelden te noemen waarin hij zelf toch een beter rooster in elkaar wist te draaien.
Als oude rot in het vak, werkte hij tot een jaar of vijftien terug nog met de trial and error-methode op de roosterborden. 'Met z'n tweeën waren we toen meestal twee tot drie weken bezig. Moet je voorstellen, twee hoogbetaalde heren zaten hier dan te knippen en plakken, druk schuivend met een berg gekleurde kaartjes. In die tijd was het wel een feestje waard als de klus eindelijk was geklaard.'
Terugverlangen naar de romantiek van vroeger is er echter niet bij. Met de komst van de computer is de klus er aanmerkelijk eenvoudiger op geworden. Van Os doet het nu alleen, en heeft binnen twee weken het nieuwe rooster klaarliggen voor alle klassen van de scholengemeenschap voor mavo, havo en vwo.

Het grootste probleem zit altijd in de bovenbouw. Sinds de Mammoetwet (1968) maakt het vaste klassenverband in de bovenbouw plaats voor groepen met een steeds wisselende samenstelling. Als gevolg van de vrije pakketkeuze, heeft iedere leerling in wezen een individueel lesrooster. Op basis van overeenkomsten met medeleerlingen, ontstaan verschillende groepjes die al dan niet tegelijk les kunnen hebben; er wordt van 'clusters' gesproken.
Hoewel Van Os de overgang net niet als roostermaker heeft meegemaakt, kent hij wel de verhalen van het geploeter met de eerste clusterroosters. 'Die mensen zijn daar toen de hele zomervakantie mee bezig geweest. Talloze mogelijkheden moesten zij uitproberen, die dan telkens toch weer ergens bleken vast te lopen.'
Bij zoveel individuele vakkenpakketten is het zoeken geblazen naar overeenkomsten en afwijkingen. Er zijn miljoenen combinaties denkbaar, maar wie kan nu werkelijk met wie tegelijk les hebben, zonder dat die keus voor anderen meteen problemen oplevert?
Naarmate de school groter is, zijn er gemakkelijker groepen met overeenkomende pakketdelen samen te stellen. Vooral voor kleine scholen werd het een heidens karwei. Die zien zich dan ook veel vaker genoodzaakt de keuzevrijheid te beperken. Leerlingen kunnen dan alleen uit bepaalde combinaties van vakken kiezen, omdat er anders domweg geen rooster van te bakken is.

Niet voor niets zochten de eerste roosterprogramma's juist voor dit clusterprobleem een oplossing. Zo'n programma moet domweg alle mogelijkheden aflopen en onderweg zo snel mogelijk doorhebben wanneer een combinatiepoging niet slaagt. Nog niet zo gek lang geleden stonden computers daar een nacht lang op door te stampen. Maar de berekeningen werden slimmer en de computers sneller, zodat het nu nog een minutenkwestie is.
Als de roostermaker de gevonden 'clusterlijnen' voor de verschillende bovenbouwgroepen in de lestabel heeft geplaatst, zit het lastigste deel van zijn werk erop. Schmall is hier voor zijn gymnasium-afdeling toch al drie mee dagen bezig. Aan het plaatsen van de drie onderbouw-klassen, heeft hij daarna nog twee dagen werk. 'Het zijn de laatste tien lessen die mij dan het meeste tijd kosten; ze zijn goed voor anderhalve dag puzzelen.'
Pas op het laatste moment worden er nog lokalen toegewezen aan de geplaatste lessen, en dan kunnen de roosters worden opgestuurd. Vaak weten de docenten aan het begin van de zomervakantie al hoe hun nieuwe rooster eruit ziet. Van verrassingen is in de eerste schoolweek dan ook zelden meer sprake.

Dat betekent niet dat de roostermakers er voorlopig weer even vanaf zijn. Zij zullen het rooster nog vele malen moeten herzien. Meestal hangt dat met ziekte samen, maar ook met veranderende wensen, de komst van Sinterklaas, proefwerkweken en dergelijke.
'Ik probeer hier maatwerk te leveren', zegt Schmal vol enthousiasme. Hij, Van Os en vele roostermakers met hen, besteden dagelijks zo'n anderhalf uur aan kleine bijstellingen. Telkens grijpen zij terug naar het roosterbord in de computer om wat alternatieven door te nemen. 'De lol is misschien wat afgenomen nu we ingewikkelde vraagstukken aan de pc overlaten,' zegt Van Os, 'maar ik blijf het een uitdaging vinden om de beste oplossingen te vinden.'