Website promotie op Internet

Zoekrobots, webdirectories en nieuwsgroepen zijn onmisbaar voor website-promotie, maar de belangrijkste trucs schuilen in de webpagina's zelf

Het promoten van je website is niet alleen een kwestie van even een URL doorgeven aan wat zoekmachines en webdirectories. Er zijn talloze manieren om druk sitebezoek te stimuleren. Voor succesvolle publiciteitsstunts is het belangrijk om onder andere zoekrobots, webdirectories en nieuwsgroepen te bezoeken en de werking hiervan enigszins te leren begrijpen. De belangrijkste reclameslimmigheidjes zijn echter gewoon op de sitepagina's zelf te regelen. Laten we de digitale trukendoos vooral op dit laatste punt eens opentrekken.

Iedere sitebouwer is het er uiteindelijk om te doen bezoekers te trekken. Op de juiste trefwoorden moet de site daarom boven komen drijven in veel geraadpleegde zoekmachines als Alta Vista, Lycos en Ilse; als het even kan in het lijstje met de eerste tien zoekresultaten. Anders dan je in eerste instantie zou verwachten, is deze slaagkans vooral op de site zelf te beïnvloeden.
Webrobots speuren het web af door domweg alle linken die ze tegenkomen te volgen. Van nieuwe of veranderde pagina's slaan ze een kopie op, waaruit ze trefwoorden selecteren die in een enorme database terechtkomen. Die trefwoordselectie is dus bepalend voor de kans dat jouw pagina in de race komt.

Titelkeuze

Wondermiddel één is de titelkeuze van de pagina. Zoekrobots gebruiken de titel namelijk met voorrang in hun speurtocht naar 'keywords'; bovendien wordt de titel altijd weergegeven in de resultatenlijst. En als dat de zoeker al tot een vluchtig sitebezoek verleidt, is er een kans dat hij de site zo interessant vindt dat hij deze wil 'bookmarken'. Ook in dat geval is het meestal de titel die in het favorietenlijstje komt te staan. Alle reden dus om lang na te denken over een krachtige titel die in weinig woorden de pagina kenmerkt.
Na de titel is voor veel zoeksystemen vooral de eerste alinea van belang, of anders wel de eerste pakweg tweehonderd woorden of duizend tekens. Er zijn maar weinig robots die aan 'full text retrieval' doen. Alta Vista bijvoorbeeld bekijkt echt de hele pagina om trefwoorden op te pakken. Omdat dit een uitzondering is, kun je de belangrijkste trefwoorden beter bovenin de pagina plaatsen.
Daarbij is het belangrijk te beseffen dat veel zoekmachines de pagina's lezen als de eerste generatie browsers. Van plaatjes nemen ze dus alleen de ALT-informatie mee, de tekstregels die websurfers zien als de plaatjes niet geladen worden (mits je die hebt opgegeven natuurlijk).
Van tabelstructuren begrijpen de meeste robots niets. Ze lezen de tekstdelen wel, maar in de volgorde waarin ze in het brondocument staan. Belangrijke informatie in de cel rechtsboven op de pagina zou dus toch wel eens te ver weg kunnen staan voor de zoekmachine. Dat kan aanleiding geven om de opmaak om te gooien.
Lastiger is dat met JavaScripts die soms noodgedwongen bovenin het document staan. Als het script lang is, zullen de meeste zoekmachines betreffende pagina overslaan. Alleen de verderop beschreven meta-informatie kan nog uitkomst bieden als het script echt niet kan zakken.

Framesets

Framesets en imagemaps veroorzaken nog een ander belangrijk probleem: zoekmachines kunnen de hierin opgegeven links niet volgen. Als je geen alternatieven geeft voor de links die tussen <frameset>- en <map>-tags staan, is de rest van de site dus onvindbaar!
Onder imagemaps kun je daarom beter ook tekstlinkjes naar de achterliggende pagina's aanbieden, zodat de robots toch verder kijken dan de imagemap diep is. In framesets zul je de <noframes>-tag moeten uitbuiten om mee te dingen naar een vermelding in de zoekmachines. Daarin kun je allereerst vertellen wat er op de site te zien is (als de websurfer de verouderde browser zou inruilen voor een recentere versie). Deze korte krachtige omschrijving willen we in verband met de trefwoordselectie weer zo hoog mogelijk in de pagina hebben. In praktijk betekent dat: direct na de eerste <frameset>-tag. Als je hem hoger plaatst, komt de frames-weergave voor Netscape-browsers in problemen.
Om werkelijk alle robots deze tekst te kunnen laten vinden, wil het wel helpen het <noframes>-deel tussen <body>-tags te plaatsen. Dat is niet geheel volgens de regels der HTML-kunst, maar de browsersoftware van zowel Netscape als Microsoft heeft er geen moeite mee.
Vervolgens kan je links naar de sitepagina's in dit <noframes>-deel opnemen. Deze wijziging heeft tot gevolg dat zoekmachines nu ook de andere pagina's langslopen; in de zoekresultaten komen echter ook links naar de frameloze pagina's te staan. Het is bij deze oplossing daarom aan te bevelen om 'home-links' in deze pagina's zo in te stellen dat de frameset alsnog geladen wordt zodra de bezoeker daarop klikt. Gebruik daartoe het magische _top-target. Bijvoorbeeld: <a href='index.html' target='_top'>Home</a>.
Een andere belangrijke tip ligt in het gebruik van de zogeheten meta-informatie (zie kader). Met deze nog weinig gebruikte tag kun je zelfs vanuit de frameset-pagina's sleutelwoorden en complete beschrijvingen aan de zoekmachines aanbieden. Het belang hiervan neemt toe nu steeds meer robots gebruik maken van deze zelf op te geven 'keywords' en 'description'.

Webdirectories

Veel van bovenstaande informatie komt ook van pas bij vermelding in de zogeheten webdirectories. Anders dan bij de uit zichzelf rondspeurende zoekmachines, moet je bij deze webdirectoryservices doorgaans zelf kenbaar maken dat en hoe je een site wilt toevoegen. En juist in dat 'hoe' zit een probleem dat om enige tijdsinvestering vraagt.
De rubrieksindeling, maar ook de betekenis van eenzelfde thema, kan per webdirectory sterk verschillen, een probleem dat je ook in papieren rubrieksgidsen tegenkomt. Zo moet je een webdesigner in de Gouden Gids zoeken onder Internet-diensten, en in de PTT-telefoongids onder Interactieve Media. Je moet zo'n index (meestal een boomstructuur in de digitale adresbestanden) vaak goed kennen voor je de eigen site een zinvolle plek kunt geven.
Het is ook om die reden dat aanmelding via diensten als Submit-It en Register-It af te raden is. Deze aanbieders beloven je de site in een klap op te geven bij talloze zoekmachines en webdirectories. Ze lijken je veel tijd uit handen te nemen, maar je laat de aanmelding in dat geval over aan software die vaak maar zeer beperkt in staat is om de juiste rubriek te kiezen.
Zelf kun je waarschijnlijk ook beter bijhouden waar en hoe je de site aanmeldt. Dit is erg handig, omdat webdirectories het zelf niet in de gaten hebben als jouw site ooit verhuist of als de inhoud sterk verandert. Op dit punt wijken ze af van de zoekrobots, die regelmatig terugkomen om de site opnieuw te bestuderen. De webdirectories zullen hooguit na verloop van tijd de 'dode links' uit hun overzichten schrappen. Het gebeurt overigens regelmatig dat ook kloppende vermeldingen plotseling verdwijnen. Het kan geen kwaad om af en toe eens te kijken of de sitegegevens nog wel aanwezig zijn.

Nieuwsgroepen

Voor publiciteitsacties met meer eigen inbreng lenen vooral de nieuwsgroepen zich uitstekend. Deze hebben als bijkomend voordeel dat jouw mailadres door kennissen en klanten beter vindbaar wordt. De vele adresgidsen die Internet rijk is, halen de gegevens namelijk vaak uit de nieuwsgroepberichten.
De discussieplatforms bieden een prima gelegenheid om gericht een keurig afgebakende doelgroep te bereiken. In ieder platform immers 'komen mensen samen' met een overeenstemmende belangstelling. Wat wil je nog meer als reclamemaker?
Zo makkelijk ligt het echter niet. Dezelfde lezers hebben vaak een broertje dood aan 'vervuiling' van hun communicatieplatform, zeker als dat met commerciële bedoelingen gebeurt. Voor je het weet is er slechts sprake van anti-reclame. Overmatig veel ellenlange mailtjes en pagina's zwarte faxen vallen je ten deel als je reclame-uitingen ongericht in uiteenlopende nieuwsgroepen dumpt.
Maar ook in de goede groep is het oppassen geblazen als je een commerciële boodschap over wilt brengen . De meeste nieuwsgroepen zijn daar immers niet voor bedoeld. In veel gevallen wordt dat zelfs nadrukkelijk geformuleerd in het 'charter' van de groep. Het is dan ook aan te raden dat nieuwsgroep-handvest te bestuderen voor je berichten post in een groep die je nauwelijks kent. Meestal wordt het een maal per maand automatisch gepost in betreffende nieuwsgroep.

Subtiel

Ook als de regels streng zijn, resten er vaak talloze gelegenheden om op subtiele wijze toch nieuwsgierigheid naar je site te wekken. Je kunt bijvoorbeeld inhaken op discussies, je kennis en kunde tonen of regelrecht verwijzen naar aanvullende informatie op je site. Het pakket nieuwsgroepen vertoont enige parallellen met een café. Daar roep je ook niet in het wilde weg wat je allemaal te bieden hebt. Als zich aan een bepaald tafeltje echter de gelegenheid voordoet je in een gesprek te mengen, kan het natuurlijk geen kwaad de mensen even te prikkelen.
Bij wijze van visitekaartje, kan je in de ondertekening van je berichten (de signature) standaard een link naar je site opnemen, liefst met een pakkende omschrijving. Als je deze tussen twee hoekige haken zet, maakt dat de link in sommige nieuwsleesprogramma's 'clickable', zodat de lezer toch slechts een klik van jouw site verwijderd is.
Ook voor enthousiastelingen die toch graag even rondschreeuwen hoe fijn die nieuwe site is, zijn er uiteraard voorzieningen getroffen. In Nederland kondig je zo'n nieuweling aan in nl.announce, op wereldschaal voldoet comp.infosystems.www.announce. Het zijn gemodereerde groepen, met redelijk strenge eisen. Lees dus ook in dit geval even het charter, en houd rekening met enige vertraging in de posting.

Andere manieren

Ten slotte zijn er natuurlijk nog enkele andere manieren om de website via Internet te promoten. Ze vragen minder digitale trucs, en worden hier daarom alleen even opgesomd. Voor Nederlandstalige sites is het bijvoorbeeld handig je website in ieder geval aan te melden bij de Dutch Home Page (http://www.dhp.nl/). Deze site biedt een drukbezocht overzicht, toegankelijk op onderwerp, lokatie en trefwoord; bovendien worden nieuwe sites vermeld in het overzicht in de veel gelezen DHP-mailinglist.
Zo zijn er ook internationale nieuwsbrieven ('Net-Happenings' bijvoorbeeld) waarin je nieuwe sites aan de wereld kenbaar kunt maken. Er zijn talloze mailinglists die dezelfde voordelen als een nieuwsgroep hebben (doelgroepgericht). En je kunt de site opgeven bij 'What's New sites' als 'Epage Classified'. Ook een aantal grote providers houden er overzichten op na vol 'interessante links'. Omdat vooral beginnende websurfers de eigen provider vaak als vertrekpunt gebruiken, kan het zeker zinvol zijn hier tussen te staan.
Een goed vertrekpunt voor al deze laatste mogelijkheden is de FAQ 'How to announce your new website?' Deze lijst vind je op http://ep.com/faq/webannounce.html en in de nieuwsgroep comp.infosystem.www.announce.


KADER

Veel succes bij weinig zoekmachines
De kans dat je website op zoekmachines te voorschijn komt, hangt nauw samen met de wijze waarop de robot trefwoorden uit jouw webpagina's selecteert. De verschillende zoekmachines doen dit op sterk uiteenlopende manieren. De slaagkans-vergrotende tips in dit artikel, zijn echter gebaseerd op juist een aantal overeenkomsten in deze technieken. Ze zijn erop gericht vooral bij veel zoekmachines enig succes te bewerkstelligen. Met die brede aanpak loop je wel de kans een plekje in de top 10 van al die zoekresultaten mis te lopen.
Je zou er ook voor kunnen kiezen de site zo te maken dat deze in ieder geval bij één zoekrobot altijd bovenaan staat; dan is het zaak om het zoekmechanisme van juist die ene machine goed te leren kennen. Gedetailleerde informatie hierover vind je op de zoeksite zelf, of op searchenginewatch.com.

Meta-informatie
De <meta>-tag moet je bovenin het webdocument plaatsen, in de head-container, bij voorkeur direct achter de <head>-openingstag. Je kunt er uiteenlopende informatie mee opgeven, waarvan enkele mogelijkheden handig zijn voor zoekmachines.
Met de tag <META NAME='keyword' CONTENT='sleutelwoord1,sleutelwoord2,etc'> kun je zelf een aantal trefwoorden opgeven (achter 'content'). En met de tag <META NAME='description' CONTENT='een passende samenvatting van de pagina-inhoud...'> kun je de omschrijving van het webdocument vastleggen.
Je kunt met deze tag ook zelf beïnvloeden of je de pagina wel geïndexeerd wilt hebben, en of de zoekrobots de aangeboden links op een pagina wel mogen volgen.
Beide is te stimuleren met <META NAME='robots' CONTENT='index,follow'>, terwijl je een en ander juist voorkomt met <META NAME='robots' CONTENT='noindex,nofollow'>. Geen trefwoorden uitzoeken, maar wel verder speuren naar achterliggende pagina's kan natuurlijk ook: 'noindex,follow'.

Sleutelwoorden
De sleutelwoorden in je titel, de eerste zinnen en in de meta-informatie, vragen bijzondere aandacht.

  1. Bij de keuze van de trefwoorden is het van belang om van de gebruikers uit te gaan. Wat tikken die in als ze naar jouw informatie op zoek zijn?
  2. Je kan uitproberen of die trefwoorden ook naar concurrerende of collega-aanbieders leiden; dat betekent waarschijnlijk dat je een juiste keus maakte.
  3. Sla te algemene trefwoorden meteen over. Weinig mensen zullen een zoekwoord als 'computer' opgeven; dat levert hen immers een schier eindeloze lijst met hoofdzakelijk zinloze verwijzingen op.
  4. Hoe specifieker de trefwoorden, zoveel meer kans maak je om te voorschijn te komen in de top 10 van passende zoekresultaten.
  5. Kies bij voorkeur ook enkele combinaties van twee of meer woorden. Laat het reeksen zijn waar je zelf ook op zou zoeken en test deze uit op een aantal zoekmachines.
  6. Het heeft het geen enkele zin om in de <meta>-tags sleutelwoorden uit de titel te herhalen; die worden immers door alle zoekmachines sowieso al geïndexeerd.
  7. Het heeft wel zin om een aantal varianten van sleutelwoorden op te voeren. De tekstschrijver vind je bijvoorbeeld als 'redacteur' , onder 'redactie' en 'redactioneel', en bij dezelfde varianten met een 'k'. Maak het echter niet te bont. Van Infoseek bijvoorbeeld is bekend dat deze niet meer dan zeven woordvarianten lust.
  8. Je kan de meta-informatie zo lang maken als je wilt; een sleutelwoord of vijftig is geen overbodige luxe. De belangrijkste woorden moeten echter wel weer voorin staan, omdat veel zoekmachines niet eindeloos doorlezen.
  9. Voor de robots die de aangeboden 'meta-omschrijving' weergeven in hun zoekresultaten, geldt dat ze zich meestal beperken tot de eerste 255 tekens.

Slechte trucs
BIJ ROBOTS
Het heeft steeds minder zin om de zoekmachines te 'misleiden'. Het eindeloos repeteren van je gouden sleutelwoord, straffen de meeste robots af met het schrappen van alle vermeldingen richting jouw site. Zo zorgen slimme scripts bijvoorbeeld ook dat alleen de zichtbare tekst op de webpagina's gelezen wordt. Het heeft dus niet langer zin om sleutelwoordrijke tekst stiekem in de kleur van de achtergrond op te nemen. Ook succesvolle nep-keywords die verder weinig met de site te maken hebben, lijken niet langer bij te dragen aan de site-populariteit: alle opgegeven sleutelwoorden dienen terug te komen in de site-content.
IN NIEUWSGROEPEN
Om ergernissen te voorkomen, kun je in de subject-regel beter geen bijzondere leestekens gebruiken, met de bedoeling meer op te vallen in de berichtenstroom (een rijtje streepjes bijvoorbeeld). Weerzin-verzekerd is het gebruik van slechts hoofdletters in diezelfde regel ('schreeuwen'). Ook het veelvuldig herhaald posten van eenzelfde bericht, stellen nieuwslezers doorgaans niet op prijs. Dat geldt ten slotte ook voor het zogeheten 'kruisposten': als je eenzelfde bericht in vele nieuwsgroepen tegelijk post.